Financiële steun banken is slechts begin van redding Spanje

De economische situatie in Spanje zorgt voor aanhoudende onrust op de Europese financiële markten. De aangekondigde financiële steun van de ECB aan de Spaanse banken kan voor verbetering zorgen, maar economen vragen zich af of het genoeg is.
Léon Cornelissen, chief economist van Robeco, maakt de balans op.

“Een kind met kiespijn dat niet naar de tandarts wil.” Zo noemt Léon Cornelissen, chief economist van Robeco, de Spaanse overheid. Hij duidt op het eerdere verzet van de Spaanse overheid tegen het ingrijpen van de Europese Centrale Bank om de economische problemen het hoofd te bieden. De Spaanse economie verkeert in zwaar weer. Toch deed minister-president Mariano Rajoy er alles aan om te voorkomen dat het land door de zogenoemde trojka van de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie en het IMF onder curatele wordt geplaatst. Daar lijkt hij in te gaan slagen. Deze week wordt beslist of Spanje kan rekenen op een bailout van 100 miljard euro, tegen de voorwaarde dat de regering het ingezette eigen bezuinigingsplan voortzet. Verdere eisen van de ECB aan de Spaanse begroting – zoals eerder werd verwacht – lijken uit te blijven. Eerder gebeurde dat wel bij Griekenland, dat alleen geld uit het noodfonds ontving mits bepaalde strenge begrotingsdoelstellingen werden bereikt.

Geen sancties
Het is de vraag of de financiële steun zonder dreigende sancties genoeg is om de Spaanse overheid – en met name de banken – tot goede keuzes te stimuleren. Cornelissen ziet grote voordelen in het onder curatele plaatsen van het land. “De economische situatie is als een grote ontsteking en het is belangrijk dat die helemaal wordt weggesneden.” Volgens Cornelissen zijn de problemen “groter dan 100 miljard euro”. Hij wijst daarbij onder andere op het grote aantal werklozen dat Spanje telt.

Cornelissen benadrukt dat met de financiële noodhulp aan de banken een flinke stap kan worden gemaakt; de problemen in de bankensector zijn immers groot. Lang was onduidelijk hoe groot. Zo bleek het benodigde noodpakket voor de in moeilijkheden geraakte bank Bankia veel hoger dan gedacht. Een recente stresstest maakte duidelijk dat de banken zo’n 62 miljard euro nodig hebben. Cornelissen: “Hiermee kunnen de banken de slechte kredieten afschrijven. Het is belangrijk dat de pijn nu in één keer wordt genomen en het financiële systeem wordt genormaliseerd.”

Impopulair
Cornelissen benadrukt dat Spanje nog een lange weg te gaan heeft naar economische verbetering. Hij definieert de Spaanse economie als “opgebrand”. Cornelissen: “De economie bevindt zich al in een recessie en krimpt dit jaar naar verwachting nog eens 1,7 procent. De werkloosheid bedraagt 23 procent en de jeugdwerkloosheid zelfs 50 procent.” Het begrotingstekort, dat op 8,5 procent van het BBP ligt, noemt Cornelissen “wellicht het meest zorgwekkend van alles”.

De huidige maatregelen van de overheid zijn volgens hem niet toereikend om hier verandering in aan te brengen. “De overheid probeert de concurrentiekracht te verhogen door te snijden in salarissen, pensioenen en overheidsuitgaven. Maar deze bezuinigingen zijn niet alleen zeer impopulair, ze zijn ook slecht voor de toch al lamgeslagen economie.”

Cornelissen ziet dan ook niets terechtkomen van de belofte van Spanje aan de Europese Commissie om de gestelde bezuinigingsdoelen te halen. Afgesproken is dat Spanje het tekort in 2012 terugbrengt tot 5,3 procent van het BBP, en tot 3 procent in 2013. Dit is vrijwel onmogelijk zonder de samenleving te verwoesten. “Het is gewoon niet geloofwaardig”, zegt Cornelissen.

Mocht de situatie in Spanje verslechteren, dan verwacht Cornelissen dat de ECB alsnog harder ingrijpt. De kans bestaat immers dat dan ook Italië en Frankrijk in de problemen komen; landen die cruciaal zijn voor het bankensysteem in Europa. “Dat zal de ECB niet laten gebeuren, die zal zeker actie ondernemen.”

Waarom Spanje anders is dan Griekenland
De voorkeur van veel economen voor een stevige ingreep in Spanje komt niet uit de lucht vallen. Zowel Griekenland als Spanje kampt met grote economische problemen, waaronder een immens begrotingstekort en hoge werkeloosheid. De situatie in Spanje vormt door de omvang van de economie van het land in Europees perspectief echter een veel groter probleem. Spanje heeft een bruto binnenlands product (BBP) van 1,07 biljoen euro, terwijl het BBP van Griekenland slechts 215 miljard euro bedraagt. Bovendien is het bedrag van uitstaande leningen van Spanje in de Europese Unie vele malen hoger dan dat van Griekenland. Mocht Spanje niet aan zijn betalingsverplichtingen kunnen voldoen, dan heeft dit een grote impact op beleggers in heel Europa.

Bron: Marketminds Robeco