Animo voor infrastructuur blijft

Ondanks de economische crisis wordt er wereldwijd nog volop in infrastructuur geïnvesteerd. Wat zijn de trends en vooruitzichten in deze sector?

240.000 kilometer nieuw asfalt op autowegen, 6.400 kilometer nieuw spoor, 240 kilometer startbanen... President Obama was erg ambitieus, toen hij twee jaar geleden zijn plannen voor infrastructurele projecten ontvouwde – maar van zijn voornemens is niet veel terechtgekomen. De VS verkeren in een politieke impasse, waarbij de Democraten (die een meerderheid in de Senaat hebben) en Republikeinen (met een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden) lijnrecht tegenover elkaar staan. Obama’s plannen stuiten dan ook steevast op tegenstand.

En tot de verkiezingen zal dat zo blijven, verwacht Steef Bergakker, infrastructuurspecialist bij Robeco. “Op zijn vroegst begin volgend jaar kan de president een aanvang maken, mits hij herkozen wordt uiteraard.” Ook Obama’s opponent Mitt Romney is geen tegenstander van investeringen in infrastructuur, meent Bergakker. “Alleen legt hij wat andere accenten. Hij gelooft minder sterk in de maakbaarheid van de samenleving door de overheid en zal wat meer geneigd zijn bedrijven bij investeringen te betrekken. Ook is hij niet happig op subsidies voor alternatieve energie.”

Achterstallig onderhoud
Maar ook hij ontkomt volgens Bergakker niet aan investeringen in infrastructuur, omdat op dit terrein sprake is van achterstallig onderhoud. “Als er niet in infrastructuur wordt geïnvesteerd, tast dat het groeipotentieel van de economie aan. Bovendien wordt met elk uitstel het prijskaartje hoger.” Terwijl de federale overheid momenteel noodgedwongen pas op de plaats maakt, zijn diverse Amerikaanse staten en steden wel druk aan het investeren in infrastructuur. Vooral op het gebied van transportinfrastructuur, zoals vliegvelden, (spoor)wegen, bruggen en tunnels, wordt letterlijk flink aan de weg getimmerd. Verder investeert het bedrijfsleven momenteel forse bedragen in de winning van schaliegas, aardgas dat ligt opgeslagen in leisteen. Er zijn de afgelopen jaren grootschalige schaliegasvondsten gedaan, wat de ontwikkeling van energie-infrastructuur, zoals pijpleidingen en opslagtanks, een impuls geeft.

Europa
Net als in de Verenigde Staten signaleert Bergakker ook in Europa veel animo om te investeren in infrastructuur, ook al omdat dit banen oplevert. Omdat veel landen krap bij kas zitten, wordt steeds vaker een beroep gedaan op bedrijven om te participeren. Maar aan die ondernemingen moet dan wel een aantrekkelijk perspectief worden geboden, en daaraan schort het volgens Bergakker geregeld. Zo zorgen de langdurige onderhandelingen over de invulling van bezuinigingen in veel landen voor onzekerheid bij bedrijven. Ook is in veel landen onvoldoende duidelijkheid over wet- en regelgeving en komt het regelmatig voor, dat overheden terug dreigen te komen op eerdere afspraken en garanties. Als voorbeeld noemt Bergakker Italiaanse tolwegen, waarbij wordt gewerkt met langjarige contracten. “De Italiaanse overheid heeft geprobeerd eerder afgesproken fiscale voordelen terug te draaien. Uiteindelijk werd de soep niet zo heet gegeten als deze werd opgediend, maar dat de overheid probeerde te morrelen aan eerdere afspraken, was natuurlijk niet bevorderlijk voor het vertrouwen in de overheid.”

China
Over China is Bergakker aanhoudend positief. De investeringen in infrastructuur worden naar verwachting voortgezet, zij het in een wat lager tempo. “Maar gezien de forse groei van de afgelopen tien jaar, is dat volstrekt normaal”, stelt Bergakker. “De Chinese investeringen in infrastructuureconomie zijn het afgelopen decennium met gemiddeld 16 procent per jaar gegroeid. Dat valt niet eindeloos vol te houden. De verwachting is dat de groei van die investeringen terug zal vallen naar een niveau van zo’n 10 procent.”
De drijvende kracht achter deze investeringen is de urbanisatie, die zich de afgelopen vijftien, twintig jaar in versneld tempo heeft voltrokken. Inmiddels woont de helft van de bevolking in stedelijke gebieden. Dit zal naar verwachting doorgroeien naar 70 tot 75 procent; vergelijkbaar met de westerse wereld.
Om de trek naar de steden te faciliteren, investeert China in alle vormen van infrastructuur, maar in het huidige vijfjarenplan ligt de nadruk vooral op water en communicatie.

India
Ook in die andere Aziatische opkomende markt, India, valt volgens Bergakker nog veel werk te verrichten op het gebied van infrastructuur. “Dit land kampt met een enorme achterstand, maar de financiële ruimte om hier iets aan te doen, is beperkter dan in China. Dit betekent dat de rol van bedrijven hierin waarschijnlijk groter zal worden.”
Maar het is volgens Bergakker dan wel noodzakelijk dat de wet- en regelgeving wordt aangepast, want India kampt met een forse bureaucratie, die flinke vertragingen in infrastructurele projecten veroorzaakt. “De Zuid-Koreaanse staalreus Posco probeert al bijna zeven jaar een staalfabriek in India op te zetten, maar er is nog geen paal in de grond geslagen.”
In dat opzicht is China daadkrachtiger. Bergakker: “De overheid dicteert daar meer. Als er een dorp moet wijken voor een snelweg, gebeurt dat. In India verlopen zulke processen democratischer.”
Ondanks de geringere financiële speelruimte van India signaleert Bergakker wel een versnelling in investeringen in infrastructuur. Tussen 1950 en 2000 werd gemiddeld 3 procent van het bruto binnenlands product hieraan besteed. Tussen 2000 en 2007 was dat opgelopen naar 5 procent, en inmiddels is dat 7,6 procent, terwijl de economische groei ook nog eens is toegenomen.

Rusland en Brazilië
In de twee andere BRIC-landen, Rusland en Brazilië, verwacht hij ook een toename van de investeringen in infrastructuur, omdat daar enkele grote sportevenementen op stapel staan: Rusland bereidt zich voor op de Olympische Winterspelen in 2014 en het WK voetbal in 2018, en Brazilië op het WK Voetbal in 2014 en de Olympische Zomerspelen van 2016. Beide landen zullen volgens Bergakker graag een fraai visitekaartje willen afgeven en flink investeren in infrastructuur.

Energie-infrastructuur
Al met al ziet Bergakker wereldwijd voldoende beleggingskansen op het gebied van infrastructuur. Hij is vooral positief over energie-infrastructuur. Dit is het gevolg van drie trends: de ontwikkeling van schaliegas in Noord-Amerika, de offshore winning van olie en gas in diepere wateren, en de opmars van alternatieve energie zoals zonne- en windenergie en met name de inpassing hiervan op het elektriciteitsnet. Dit leidt tot een toename van investeringen in de interconnectie van elektriciteitsnetten en hoogspanningskabels in vooral de VS en Europa. Daarnaast ziet hij kansen in de ontwikkeling van waterinfrastructuur in China.

Bron: Marketminds Robeco