De metalen zijn zo’n toverwoord geworden dat elke belegger wel een ETF of fonds van deze metalen aanhoudt. Er zal dan ook niet zomaar een einde komen aan de koersstijgingen. Uit onderzoek van Bloomberg onder analisten blijkt het koersdoel in 2011 voor goud $1.550-$1.600 en voor Zilver $35-$40, dus nog voldoende winstpotentieel. Maar onthoudt: wat hard omhoog gaat, komt ook hard omlaag.
De onzekerheid die we door de kredietcrisis hebben moeten doormaken heeft ertoe geleid dat beleggers zoeken naar bescherming tegen hyperinflatie/geldontwaarding, bankfaillissementen en herstructureringsmaatregelen van de overheid.
De zilvervraag -exclusief speculanten- is het grootst in de categorieën industrie, fotografie, sieraden en zilverwaren en is de afgelopen dertig jaar als in onderstaande grafiek verdeeld:
De industriële vraag naar zilver (electronica, super-conductors, medisch gebruik, etcetera) is redelijk constant te noemen met zo’n 40-50% belang in de totale vraag. De vraag vanuit fotografie daalt gestaag met zo’n 10% per jaar door de digitale fotografie. Met name het zilvergebruik voor röntgenfoto’s houdt de zilvervraag op de been totdat ook deze foto’s digitaal worden bekeken.
In tegenstelling tot de afnemende vraag uit de juwelenhoek hebben speculanten en veiligheidszoekers een ware explosie veroorzaakt in de vraag naar goud en zilver door massaal te beleggen in ETF’s en allerlei actieve fondsen met zilver. Ze zijn daarmee de grootste veroorzaker van de explosief stijgende prijs van zilver. De vraag die deze speculanten veroorzaken is meer dan verviervoudigd:
Een wat langere grafiek met betrekking tot mutual funds en ETF’s over twintig jaar laat de enorme hype zien van de afgelopen drie jaar:
Het risico van de vraag uit de speculantenhoek is dat het er veel meer zilver boven de grond wordt gehaald dan dat er gebruikt wordt in de industrie. Speculanten houden een overschot van ongeveer een half jaar tot een jaar zilverproductie in handen. De vraag naar zilver van speculanten groeit extreem veel sneller dan de mijnbouw kan groeien. Er is een gevaar dat speculanten ook weer snel kunnen besluiten om te liquideren en dit ook uitermate makkelijk kunnen door de liquide handel van ETF’s en fondsen.
In het aanbod van zilver wordt grotendeels voorzien door mijnbouw. De tien grootste leveranciers zijn Peru, Mexico, China, Australie, Bolivia, Rusland, Chili, de USA en Polen. Daarnaast wordt zilver voornamelijk verkregen uit aanbod van oude zilverwaren en door verkopen van de overheid. Het aanbod is in de afgelopen dertig jaar stapsgewijs toegenomen:
Tot 2003 was er een tekort aan zilver, ná 2003 is dit veranderd in een overschot aan zilver. Er wordt dus minder zilver gebruikt en meer zilver boven de grond gesleept. Dat is vreemd als je beseft dat de prijzen vier keer over de kop zijn gegaan. Normaliter mag je verwachten dat in deze situatie de prijs zou dalen ware het niet dat het totale overschot wordt geabsorbeerd door speculanten in zilver. Sterker nog, beleggen in zilver is zo populair dat speculanten dusdanig meer zilver vragen dan het aanbod groot is, dat de prijs dwars door het dak is gegaan.
Beleggen in zilver is dus niet aankopen en achterover leunen, dat kan je duur komen te staan. Een oplettende blik en een nooduitgang of stoploss verdienen de voorkeur. Zorg er ook voor dat het belang in deze edelmetalen in een Alpha beleggingsportefeuille niet te groot wordt, met niet te groot denk ik aan een belang van 15% tot zo’n 30%, uiteraard afhankelijk van uw beleggingsprofiel en beleggingsbeleid.
- Light Crude, Brent Crude, gas
- Koper, goud, alumium, zinc, nickel, zilver, lithium
- Corn, wheat, sugar, soybeans
Roger Broekhuizen
Managing Director
http://www.helliot.nl/
Bronnen: Bloomberg, The Silverinstitute, ScotiaBank, CPM Group