Het geheim van het Scandinavische succes

De Scandinavische landen wisten zich relatief snel aan de crisis te ontworstelen en zijn goed voorbereid begonnen aan het economisch herstel. Economen proberen de geheimen te ontrafelen van het Scandinavische succes.


Het Amerikaanse National Bureau for Economic Research (NBER) doet jaarlijks onder andere onderzoek naar geluksgevoel in diverse economieën. Dit jaar bleek dat Denemarken de gelukkigste inwoners herbergt, gevolgd door Zweden, Zwitserland en Noorwegen. Geen verrassing: ook in de voorgaande jaren waren de inwoners van de Scandinavische landen het gelukkigst. Een grap onder economen is dan ook dat de economische groei in deze landen het best gemeten zou kunnen worden aan de hand van het Bruto Nationale Geluk, in plaats van het Bruto Binnenlands Product.

De link tussen welbevinden en welvaart wordt vaker gemaakt als het gaat over Scandinavië. Economen zijn er niet over uit of het eerste een gevolg is van het laatste, of omgekeerd. Feit is dat de noordelijke landen van Europa altijd een opmerkelijke economische positie hebben gehad. Een gevolg van de rijkdom door de aanwezigheid van natuurlijke bronnen (olie) en de goede sociale voorzieningen. Zo heeft de bevolking recht op gratis opleiding en gezondheidszorg. Finland werd vorig jaar door Newsweek uitgeroepen tot aantrekkelijkste woonland, op basis van kwaliteit van leven, opleiding en gezondheidszorg. Lage belastingen voor bedrijven en beperkte criminaliteit maken Scandinavië relatief aantrekkelijk als vestigingsland voor ondernemingen.

Ongelijke groei
De crisis is zeker niet voorbijgegaan aan de landen. Zweden en Denemarken werden het zwaarst getroffen. Zweden omdat het sterk leunt op de export, Denemarken door de problemen in de bankensector. De Nordics profiteren nu echter weer snel van het economische herstel.
Mede door de genoemde kenmerken zijn de landen relatief snel uit de crisis gekomen (IJsland – zie kader – is daarop om diverse redenen een uitzondering). Bovendien waren ze door bezuinigingsmaatregelen nog beter gepositioneerd voor economisch herstel.

Die groei zal niet in de gehele regio hetzelfde zijn. Eurostat, het Europese onderzoeksbureau van de Europese Commissie, voorziet voor dit jaar een groei van 3,3 procent in Zweden, 2,1 procent in Noorwegen en 2,9 in Finland (voor Nederland verwacht Eurostat een groei van 1,5%).

Denemarken doet het met een groei van 1,9 procent ten opzichte van de buren iets minder goed: een gevolg van de problemen in de omvangrijke banksector in het land. Die banken hebben – anders dan Zweden en Noorwegen – aanzienlijke belangen in leningen uit Ierland en Griekenland. Sinds 2008 zijn acht Deense banken failliet gegaan. De overheid, die een aantal andere banken financiële ondersteuning heeft geboden, heeft aangekondigd het pensioenstelsel te willen aanpassen om het begrotingstekort aan te vullen. Het vroegpensioen vervalt en de pensioenleeftijd gaat op termijn naar 71 jaar.

Commentaar
Dergelijke daadkracht is kenmerkend voor de wijze waarop de landen door de crisis zijn gekomen. De analisten van Citigroup Global Markets vinden de officiële groeiverwachtingen van Zweden daarom nog beperkt. Zij denken dat een groei van 5 procent haalbaar is, een gevolg van de sterke industriële productie. Een factor die roet in het eten zou kunnen gooien, is de invloed van de stijgende hypotheekrente op de koopkracht van de consumenten. Die stijging veroorzaakt de renteverhogingen die volgens de overheid oververhitting van de economie moeten voorkomen.

Zweden stort zich nu op het terugbrengen van het overheidstekort naar 38% van het BBP in 2012. Hiertoe verkocht de staat onder andere een overheidsbelang ter waarde van 3 miljard dollar in de Nordea Bank. Minister van Financiën Peter Norman verklaarde de verkoop tegen Bloomberg een “logische stap: aandelen van financials zijn in deze tijd risicovolle bezittingen. Geld dat is bedoeld voor sociale voorzieningen moet hiervoor niet worden gebruikt.” Een karakteristiek Scandinavisch commentaar.

Bron: Marketminds Robeco