
De prijs van een vat olie is in de eerste maanden van dit jaar fors gestegen. Een vat ruwe Amerikaanse olie (West Texas Intermediate) verwisselde op 31 maart voor 107 dollar van eigenaar, wat neerkomt op een stijging van 17% op kwartaalbasis. Voor een vat Noordzee-olie (Brent) werd zelfs bijna 118 dollar betaald, het hoogste niveau in ruim twee jaar en 23% hoger dan ultimo 2010.
Is daarmee – voorlopig – de top bereikt, of liggen verdere stijgingen in het vizier? Ronald Doeswijk, hoofdstrateeg bij Robeco, denkt dat de olieprijs op langere termijn verder zal oplopen. “De wereldeconomie zal waarschijnlijk een nette groei laten zien die krachtig genoeg is om de vraag naar olie verder te laten stijgen.”
Die toename komt volgens hem vooral voor rekening van opkomende markten, die naar verwachting krachtig zullen blijven groeien, ondanks een reeks renteverhogingen en strengere eisen aan banken omtrent hun kapitaalreserves. “De welvaart in opkomende markten neemt flink toe”, signaleert Doeswijk. “Er wordt de komende tien jaar een sterke toename verwacht in het aantal mensen dat de middenklasse bereikt. Dat zal leiden tot een enorme sprong in de vraag naar energie. Zo komt voor een grote groep mensen een auto binnen bereik, waardoor de vraag naar brandstof flink stijgt; bovendien zal extra worden geïnvesteerd in infrastructuur.”
Hogere productiekosten
Daarnaast zijn er op langere termijn problemen aan de aanbodkant te verwachten; een andere factor die de olieprijs kan opstuwen. “Saoedi-Arabië heeft nu een reservecapaciteit, maar daar raakt op een gegeven moment de rek uit. En nieuw gevonden oliebronnen brengen hogere productiekosten met zich mee. De Braziliaanse olievelden die onlangs zijn ontdekt, zijn beduidend kleiner dan olievondsten uit het verleden en bovendien lastiger bereikbaar, omdat ze ver uit de kust liggen en diepgelegen zijn. We houden er voor de langere termijn rekening mee dat het aanbod de vraag moeilijk zal kunnean bijhouden.”
Saoedi-Arabië
Op kortere termijn kan de olieprijs volgens Doeswijk wel wat zakken. “De onrust in Tunesië heeft een olieprijsstijging van circa 10 dollar veroorzaakt, omdat beleggers bang zijn dat de onrust overslaat naar grote olieproducerende landen. Als die angst ongegrond blijkt en de onrust in het Midden-Oosten niet verder toeneemt, kan er wel wat van die premie af.”
Slaat het vuur echter over naar Saoedi-Arabië, de derde olieproducent ter wereld, dan valt een enorme prijspiek volgens Doeswijk niet uit te sluiten. “Dat land is verantwoordelijk voor ongeveer 10 procent van de wereldwijde olieproductie. Dat aanbod kunnen we echt niet missen.”
Zo’n prijspiek zou volgens Doeswijk ook schadelijk zijn voor de wereldeconomie. Een geleidelijke prijsstijging daarentegen – van circa 10 dollar per jaar – holt de economische groei niet uit. “Dat valt prima op te vangen.”
Kip-ei
Veel economen veronderstellen dat elke stijging van de olieprijs met 10 dollar, die minimaal een jaar aanhoudt, leidt tot een daling van de wereldwijde economische groei met 0,5%. Doeswijk zet vraagtekens bij deze aanname. “Ik begrijp de rekensom wel: wereldwijd wordt 5 procent van het wereldwijde inkomen uitgegeven aan olie. Maar in deze redenering wordt voorbijgegaan aan het feit dat er ook partijen zijn die profiteren van een hoge olieprijs. Extra kosten voor de een betekenen immers extra opbrengsten voor de ander. Het lijkt mij buitengewoon onwaarschijnlijk dat de ontvangers de extra inkomsten volledig op de plank laten liggen.”
Bovendien is sprake van een kip-ei-situatie, meent Doeswijk. “De olieprijs stijgt juist als het goed gaat met de economie. Een oplopende olieprijs kan dus ook een signaal zijn van een krachtige wereldeconomie.”
Verder voegt hij eraan toe dat ook de relatieve prijsstijging van belang is. “Een toename van 20 naar 30 dollar heeft een aanzienlijk grotere impact dan een olieprijs die oploopt van 100 naar 110 dollar."
Hij wijst erop dat een oplopende olieprijs ook positieve kanten heeft. “Het zal de investeringen in schone energie in een stroomversnelling brengen. Nu is alternatieve energie vanuit economisch oogpunt nog nauwelijks interessant. Bij een snelle stijging van de olieprijs kantelt dat. Zonne-energie in Italië is nu al lucratief zonder subsidies. Bij een hoge olieprijs wordt die energievorm ook steeds interessanter in minder zonnige gebieden.”
Hoe te profiteren van een hoge olieprijs?
Er zijn verschillende manieren om een portefeuille te beschermen tegen een hoge olieprijs of, sterker nog, zelfs van een prijsstijging te profiteren:
- Rechtstreeks beleggen in grondstoffen, via bijvoorbeeld Exchange Traded Commodities.
- Beleggen in grondstoffengerelateerde aandelen, van bijvoorbeeld oliemaatschappijen.
- Beleggen in aandelen op het gebied van alternatieve energie, zoals het SAM Smart Energy Fund, dat zich toelegt op ondernemingen die technologieën, producten en diensten aanbieden in sectoren als duurzame energie, decentrale energievoorziening en efficiënt energieverbruik.
Bron: Marketminds Robeco