Vijf vragen over de ban op short gaan

Diverse overheden hebben deze maand het verbod op short gaan in bankaandelen verlengd. Is deze strategie nu echt zo schadelijk, of zijn beleggers slechts jaloers op de winsten van shortsellers? Vijf kritische vragen over de ban op short gaan.

1. Is short gaan echt zo schadelijk?
Short gaan – het verkopen van effecten zonder deze in het bezit te hebben, om deze later met winst tegen een lagere koers terug te kopen – lijkt een ongevaarlijke beleggingsstrategie. Fondsbeleggers kennen het vooral als een manier waarop zij profiteren van hun visie op aandelen met beperkte potentie. Door de niet-aantrekkelijke aandelen te shorten kan extra rendement worden behaald in een portefeuille met aandelen met opwaarts potentieel.
De door de fondshuizen ingenomen shortposities zijn echter slechts een fractie van het totale aantal posities. Deze kunnen van grote invloed zijn op de markt, zeker in sectoren die al onder druk staan, zoals de bankensector. Zo vonden de onderzoekers van de Amerikaanse toezichthouder SEC dat de ondergang van zowel investeringsbank Lehman Brothers als Bear Stearns werd versneld door partijen die grote ongedekte shortposities hadden ingenomen. Ook de problemen rond de bank Fortis zouden naar verluidt op scherp zijn gezet na een door shortsellers versterkte koersdaling.

2. Tegen welke krachten moet de markt beschermd worden?
Shortsellers speculeren op de daling van de koersen. Als ze het bij het rechte eind hebben, kan dat veel geld opleveren. Zo veel, dat sommigen niet aarzelen om geruchten in de wereld te helpen die een koersdaling van specifieke aandelen een handje helpen. Bij Lehman werd het gerucht verspreid dat onder andere obligatiebelegger Pimco niet langer wilde handelen met de bank. Onjuist, maar een koersdaling van 21 procent op 10 juli 2008  was het gevolg.
Manipulatie van de markten wordt ook bereikt door ongedekt oftewel naked short gaan. Bij een reguliere shortpositie worden de te leveren aandelen bij een derde partij geleend. Bij ongedekt short gaan worden aandelen verkocht zonder dat de handelaar die aandelen heeft geleend. De koper krijgt slechts de toezegging dat de aandelen later zullen komen. Dit is mogelijk omdat de aandelen op de meeste beurzen pas na drie dagen moeten worden geleverd. Door het verkopen van aandelen die er niet zijn, ontstaat extra volume. Er worden als het ware aandelen gecreëerd. Daardoor kunnen er veel meer aandelen worden verkocht dan er in omloop zijn. Dergelijke grote verkooporders hebben een sterk drukkend effect op de koers.

3. Wie zijn die speculatieve shortsellers?
George Soros, die speculeerde op daling van de Britse pond, is een uitzondering, maar de meeste shortsellers treden niet graag in de publiciteit. Dat geldt zeker voor hen die ongedekt short gaan. Het zijn onafhankelijke handelaren en hedgefundmanagers, maar ook handelaren bij grote banken. Uit onderzoek door de Amerikaanse University of North Carolina blijkt overigens dat de meeste handelaren, net als reguliere beleggers, handelen op basis van het nieuws, en niet op basis van marktmanipulatie. En net als gewone handelaren worden ze soms ook verrast door het nieuws. De aangekondigde overname van autofabrikant Volkwagen door Porsche bracht shortsellers – die een daling van de koers van VW verwachten – in het nauw. Ze zagen zich genoodzaakt hun posities te sluiten door aandelen te kopen. Het prijsopdrijvende effect zorgde voor een koersstijging van 82 procent en veel verlies voor de shortsellers.

4. Hoe grijpen de toezichthouders in?
Het verbod op ongedekt short gaan is in de meeste landen in Europa en in de Verenigde Staten sinds 2008 van kracht. Meer recent werd door Frankrijk, Spanje, Italië en België een verbod op gedekt short gaan in bank- en verzekeringsaandelen uitgevaardigd. Dit werd begin oktober verlengd. De Amerikaanse toezichthouder SEC hanteert de uptick-regel: een aandeel dat 10 procent of meer is gedaald op een handelsdag, kan alleen worden geshort als de meest recente prijs hoger is dan de prijs daarvoor. In Nederland voelt toezichthouder AFM weinig voor een verbod op gedekt short gaan. Wel is er de meldingsplicht voor shortposities die meer bedragen dan 0,25 procent van het totale uitgegeven aandelenkapitaal van een financiële onderneming.

5. Hebben fondsbeleggers last van het verbod op short gaan?
Niet direct. Er is een beperkt aantal fondsen dat gedekte shortposities heeft. Bovendien geldt het verbod in de meeste landen alleen voor aandelen van banken en verzekeraars. Wel kan er door de ban een meer algemeen effect optreden: gerenommeerde wetenschappers wijzen erop dat markten minder efficiënt zijn als short gaan wordt verboden. Zo vonden de onderzoekers van EDHEC-Risk Institute dat shortsellers positief bijdragen aan de efficiëntie van de markt en aan de liquiditeit. In florerende markten is het ook prettig om te weten dat de strategie zorgt voor het temperen van een te groot optimisme in de markt, waardoor het te hoog oplopen van de koersen wordt tegengegaan.

Bron: Marketminds Robeco