
Een aantrekkelijke waardering was de afgelopen periode hét argument voor de aankoop van een aandeel. Voor Henk Grootveld van Rolinco is die tijd voorbij. Hij richt zich de komende drie tot vier jaar op bedrijven die groei weten te realiseren. “Wie dat in een tijd van schaarse groei en oplopende inflatie voor elkaar krijgt, wordt extra beloond”, is zijn verwachting. Na de crisis, die vele bedrijven noopte tot reorganisaties om het hoofd boven water te houden, is groei ook weer terug in beeld.
Maar hoe te groeien in de verzadigde en krimpende westerse consumentenmarkt? Grootveld ziet twee mogelijkheden. “Stel dat je tuinmeubelen in Nederland verkoopt. Om de marge op te schroeven kun je een concurrent overnemen, wat tot kostenbesparingen leidt. Een andere optie is om jouw tuinstoelen in China te gaan verkopen, waar een opkomende middenklasse de consumptie opstuwt.”
Dat is precies de aanpak van Nederlandse multinationals als DSM, Akzo en Unilever. Grootveld heeft een voorkeur voor Europese bedrijven, omdat zij van oudsher meer georiënteerd zijn op zakendoen in Azië en Afrika, de groeiregio’s bij uitstek. Ter vergelijking: terwijl Unilever al 55 procent van zijn omzet in emerging markets boekt, is dat voor de Amerikaanse concurrent Procter & Gamble nog maar een kwart.
Oplopende inflatie
Een andere trend die de komende jaren de beleggingsstrategie stuurt, is de oplopende inflatie. Daar gaan we niet aan ontkomen, is de overtuiging van Grootveld. Hij geeft drie argumenten.
“De laatste twintig jaar is het prijsniveau gedrukt doordat veel westerse bedrijven hun productie naar lagelonenlanden hebben verplaatst. Dat komt ten einde. Arbeid is daar niet meer zo goedkoop, onder meer doordat de hoge olieprijs de vervoerskosten opvoert. Hoge grondstoffenprijzen zorgen bovendien voor heftigere loonstijgingen dan bij ons, doordat voeding er wel 30 à 40 procent van de prijsindex uitmaakt. In Europa is dat maar 10 procent.”
Een andere reden voor een hogere inflatie is dat met de redding van de westerse banken een enorme hoeveelheid nieuw geld in het systeem is gepompt. Ten slotte is de vergrijzing een factor. Grootveld: “De komende vijf jaar gaat 1 à 2 procent van onze beroepsbevolking met pensioen, dan valt de werkloosheid terug tot 3 à 4 procent. Als je bedenkt dat 2 tot 3 procent van de beroepsbevolking niet is in te zetten en er steeds meer handen nodig zijn voor de arbeidsintensieve verzorging van ouderen, is het wel duidelijk dat de druk op de arbeidsmarkt sterk toeneemt. Met stijgende lonen en dus inflatie tot gevolg.”
Sterke merken en grondstoffen
Sterk oplopende inflatie is een zorgelijke ontwikkeling, maar er zijn ook bedrijven die er munt uit kunnen slaan. Kanshebbers zijn volgens de fondsbeheerder bedrijven die direct van duurdere grondstoffen profiteren, zoals oliemaatschappijen of kopermijnexploitanten, of die juist dicht bij de consument zitten. Dat zijn bijvoorbeeld producenten van sterke merken die de prijsstijging van grondstoffen probleemloos kunnen doorberekenen aan hun klanten.
Daarbij verwacht Grootveld het meest van bedrijven die inspelen op een aantal consumententrends. De digitale consument is daar één van, evenals de tendens dat de overheid meer in preventie van ziekte en ziekenhuisopname gaat investeren dan in de behandeling ervan. “Denk bijvoorbeeld, heel simpel, aan hardloopschoenen. Maar ook aan nieuwe technieken die ervoor zorgen dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen en minder persoonlijke verzorging nodig hebben.”
Bron: Marketminds Robeco