Opkomende obligaties

De gezonde economische positie van veel opkomende landen steekt relatief gunstig af tegen de toenemende zorgen in de Westerse wereld. Deze verschuivende balans heeft een grote geldstroom richting staatsobligaties van emerging markets op gang gebracht.
Na aandelen uit emerging markets krijgen nu ook obligaties van deze landen een steeds grotere plaats in beleggingsportefeuilles. Staatsleningen van opkomende landen ontlenen hun aantrekkelijkheid voor een deel aan de eigenschap die deze regio’s voor aandelenbeleggers interessant maakt, namelijk een economische groeitempo dat aanzienlijk hoger ligt dan in de ontwikkelde wereld. Bij een groeiende economie horen stijgende overheidsinkomsten en een grotere waarschijnlijkheid dat rente en leningen in de toekomst terugbetaald kunnen worden. Bovendien heeft het merendeel van de opkomende landen tegenwoordig een begrotingsoverschot, een relatief lage staatsschuld en grote buitenlandse valutareserves .

Valutareserves
Een gebrek aan die valutareserves is veel landen in het verleden opgebroken. Om internationale beleggers te trekken, werden staatsobligaties vaak uitgegeven in dollars. Zo liepen buitenlandse partijen die de leningen kochten geen valutarisico. Zonder grote reserves in buitenlandse valuta is een land aangewezen op de valutamarkten voor het verwerven van de dollars voor rente- en aflossingsbetalingen. Als de lokale munt aan waarde verliest, bijvoorbeeld als gevolg van economische problemen, leggen deze betalingen een steeds grotere druk op een land. Dit ondermijnt het vertrouwen op de financiële markten.

Risico-opslag snel gedaald
Een gestage daling van de risico-opslag op staatsobligaties uit opkomende landen wijst erop dat dit risico in de ogen van beleggers in de afgelopen tien jaar geleidelijk is afgenomen. Het rendement op deze leningen lag enkele jaren geleden honderden basispunten boven vergelijkbare uitgiftes van ontwikkelde landen. Door sterke economische groei en een gezond financieel beleid in met name Aziatische landen – in combinatie met de groeiende begrotingsproblemen in Zuid-Europa – is die risicopremie in sommige gevallen al omgeslagen in een korting.

Valuta-effect
De steeds sterkere positie van opkomende landen op de internationale obligatiemarkt zorgt ervoor dat deze landen het zich kunnen permitteren om obligaties niet langer in dollars uit te geven. Ruim 85% van de nieuwe leningen noteert in de lokale munt, terwijl dat tien jaar geleden minder dan 30% was. Deze trend heeft Europese beleggers de afgelopen tijd in de kaart gespeeld, aangezien de zwakte van de euro op de internationale valutamarkten in het afgelopen halfjaar heeft gezorgd voor een extra rendement van 15% tot 20%.

Inhaalslag
De belangrijkste indices voor obligaties uit opkomende landen, zoals de JP Morgan EMBI Global, noteren in dollars. In die valuta komt het rendement dit jaar op bijna 5% na een stijging van ruim 25% in 2009. De opmars is een gevolg van een enorme institutionele geldstroom richting deze obligaties. Volgens beleggingsstrateeg Alexandre Tavazzi van de Zwitserse zakenbank Pictet is dat voornamelijk een inhaalslag: ‘Emerging debt heeft een weging van 5% a 6% in de belangrijke wereldwijde obligatie-indices. Een jaar geleden woog het segment slechts voor ongeveer 3% mee in de portefeuille van veel partijen. De beweging van de afgelopen maanden is een inhaalslag die veel beleggers op een neutrale weging heeft gebracht.’

Geldstroom
In veel modelportefeuilles heeft de beleggingscategorie echter al een hogere weging dan de 5% à 6% in de benchmark. Zolang een oplossing voor de Griekse schuldencrisis uitblijft, is er volgens Tavazzi geen aanleiding om te verwachten dat de geldstroom richting staatsobligaties van opkomende markten op korte termijn afzwakt. Daarin schuilt volgens hem een gevaar. Door de grote vraag en het beperkte aanbod van nieuwe leningen lopen de prijzen op en komt het effectieve rendement onder druk te staan.

Bron: Marketminds Robeco

http://www.gevonden.nl/
http://beleggen.jouwverzamelaar.nl/